Akkerbouw is een vrij 'grofstoffelijk' gebeuren: grootschalig, machinaal, weinig fijnzinnig en stoffig of modderig. Maar het zorgt wel voor een deel van onze voeding: aardappelen, graan, suikerbieten en een scala aan groenten.
De
aardappelteelt is economische gezien de kurk waarop de akkerbouw
drijft. En hoewel het een saai product is, leent het zich voor een
stukje 'Holland-trots'. Want vanuit Nederland gaan veel pootaardappelen
van hoge kwaliteit de hele wereld over.
Kijk verder bij aardappelen.
Granen zijn van alle akkerbouwproducten het mooist om op het veld te zien staan. Maar het Nederlandse graan is niet erg geschikt om brood van te bakken; broodgraan komt meestal uit Frankrijk. Nederlandse gerst is wel goed geschikt om bier van te brouwen.
Mais is ook een graan. Nederlandse mais is (uitgezonderd enkele veldjes suikermais) alleen bedoeld om met kolf, stengel en blad te vermalen tot veevoer.
De teelt van mais is
bovendien aantrekkelijk omdat je er veel vloeibare mest bij mag storten,
en zo komen de veeboeren weer mooi af van hun zeeën met varkenspis.
Kijk verder bij graanteelt, of bij graan
als basisvoedsel.
Suikerbieten groeien in 2011 op circa 73.000 ha. Eén bedrijf (Suikerunie) maakt daar witte suiker van. Suiker is goedkoper te maken van suikerriet, in tropische landen. Maar het was Napoleon die in 1806 besloot dat het vasteland van Europa niet afhankelijk moest zijn van suikerimport (vaak via Engeland) en daarom de bietenteelt stimuleerde.
Om
nu op de 'open wereldmarkt' te kunnen concurreren houden de Europese
Unie en de suikerboeren er een vrij ingewikkeld systeem op na om de
suikerproductie uit bieten toch lonend te houden. Dat systeem wordt afgebouwd. Informatie over dat systeem bij Suikerunie of Hoofdproductschap
Akkerbouw.
Zie verder bij 'Suiker en zoet'.
De biologische akkerbouw is niet sterk ontwikkeld in Nederland. Slechts enkele bedrijven durven te produceren met vol respect voor en vertrouwen in de natuur.
Wel zijn er steeds meer boeren en tuinders die gevoelig zijn voor de eisen die miieu en samenleving stellen aan hun productiewijze. Ze laten bijvoorbeeld op bredere akkerranden bloemen of andere planten groeien. Dat ziet er mooi uit, en het is goed voor insecten en dieren als hazen en patrijzen. Dat laatste vinden de jagers ook erg fijn.
Het gebruik van landbouwgif is inmiddels veel lager dan het pakweg tien jaar geleden was. Maar de afname van het gifgebruik stagneert de laatste jaren.
• Vanuit de 'kritische hoek' kwam het initiatief Aarde Boer Consument.
Ook 'de Duurzaamsite'
besteedt aandacht aan landbouw.
• Wie zich zelfstandig een mening wil vormen over het boerengebeuren
doet er goed aan regelmatig met de fiets door de polders en velden te
rijden.
Akkerbouwers laten heel veel gewasen groeien. Eetbare, zoals groenten, en niet eetbare, zoals hennep voor de vezels of koolzaad voor de olie. Die raapolie is wel te eten, maar kan ook worden gebruikt als smeerolie of voor zogeheten bio-diesel.
Typische akkerbouwgroenten zijn doperwten, bonen, spruitjes en spinazie.
Doperwten, zo klein en teer als ze zijn, worden met grote machines van
de akkers geoogst en mechanisch uit de peulen verwijderd. Vervolgens
gaan ze snel op transport en, echt waar, zitten ze schoongemaakt en
wel een paar uur later in een potje, een blik of de diepvries. Iets
dergelijks geldt ook voor spinazie en bonen. Dat jokken bijvoorbeeld Hak en Bonduelle in hun reclame niet.
Bij Hak is via enkele webcams de voortgang op de akkers te volgen. Beetje rustig in de winter...
Spruitjes
zijn wat makkelijker onbewerkt te bewaren. Dat geldt ook voor allerlei
andere kolen: bloemkool, boerenkool en vele andere.
Uien kunnen tranen opwekken, maar zijn eigenlijk om te juichen. Ze zijn
heel makkelijk te verbouwen en daarom erg goedkoop, maar bovendien heel
gezond en voor erg veel gerechten te gebruiken. Meer informatie bij Groenten.
Op zoek naar meer eerlijke info over voeding? Bezoek dan ook eens AllesOverVoeding.nl. Dat is 'een verbeterde versie van deVoedingswijzer'.